IMMO-INVEST en Willy De Rouck, Hooglareweg 31 in 9450 Haaltert hebben op 12 december 2024 bij de stad een omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummers OM_2024162535 en O/2024/469 ingediend voor het verkavelen van een perceel voor negen vrijstaande woningen, gelegen in de Halfstraat zn, kadastraal gekend als 11e afd, sie A, nr 433b. Bij deze aanvraag tot verkavelen wordt ook een gedeeltelijke verplaatsing van de rooilijn ter hoogte van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en een gedeeltelijke verbreding en verplaatsing van voetweg nr 34 in Aspelare aangevraagd.
De wijziging van de rooilijn van de Halfstraat is nodig om een breder wegprofiel te voorzien en de verbreding van de voetweg is nodig om een gebruiksvriendelijke fietsverbinding in te richten. De nieuwe rooilijn is opgenomen in het rooilijnplan opgemaakt door landmeter-expert Willy De Rouck, en bijgesloten bij voornoemde omgevingsvergunningsaanvraag.
Vooraleer een vergunning kan overwogen worden moet de gemeenteraad beslissen over de vaststelling van de nieuwe rooilijn. Naast de reguliere procedure om een rooilijn vast te stellen voorziet het omgevingsrecht en het gemeentewegendecreet een geïntegreerde procedure om een rooilijn vast te stellen. Voorliggende beslissing omvat de geïntegreerde procedure tot vaststelling van de rooilijn zoals opgenomen in bijgesloten rooilijnplan Halfstraat onder bestandsnaam 5863V Rooilijnplan.1.pdf opgeladen in de omgevingsvergunningsaanvraag in het omgevingsloket.
De vaststelling van de rooilijn is een zaak van de wegen waarover de gemeenteraad bevoegdheid heeft. In voorliggende beslissing wordt enkel de zaak van de wegen behandeld en niet de stedenbouwkundige handelingen van de betrokken omgevingsvergunningsaanvraag.
De stad heeft een openbaar onderzoek georganiseerd dat liep van 14 maart 2025 tot 12 april 2025. Tijdens het openbaar onderzoek werden 10 bezwaren ingediend met volgende argumenten:
Enkel de eerste drie argumenten over de zaak van de wegen worden behandeld in voorliggende beslissing. De overige argumenten over de stedenbouwkundige handelingen worden verder behandeld in de uiteindelijke beslissing over de vergunningsaanvraag.
De dienst openbare werken en mobiliteit formuleren volgende repliek op de eerste twee argumenten:
De dienst openbare werken heeft de zaak van de wegen afgetoetst aan de doelstellingen en principes van het gemeentewegendecreet en verleent gunstig advies:
Het decreet van 18 mei 1999 over de organisatie van de ruimtelijke ordening.
Het omgevingsdecreet van 25 april 2014, in bijzonder de artikels 31 en 31/1 die het volgende bepalen:
“Artikel 31. (01/09/2019- ...)
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.
Artikel 31/1. (01/09/2019- ...)
§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad. Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.
§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.
§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde. De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.
§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:
1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.”
Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019, in bijzonder artikel 3, 4 en 12§2 over de doelstellingen van het decreet en de opname van de aanleg van een gemeenteweg in de omgevingsvergunning:
“Artikel 3.(01/09/2019- ...)
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. (01/09/2019- ...)
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Artikel 12. (01/09/2019- ...)
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of op een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.”
Het omgevingsbesluit van 27 november 2015, in bijzonder artikel 47 (23/02/2017-…) dat het volgend bepaalt:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
De gemeenteraad neemt kennis van de 10 bezwaren die werden ingediend tijdens het openbaar onderzoek voor de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummers OMV_2024162535 en O/2024/469 ingediend door IMMO-INVEST en Willy De Rouck, Hooglareweg 31 in 9450 Haaltert voor het verkavelen van een perceel voor negen vrijstaande woningen, gelegen in de Halfstraat zn, kadastraal gekend als 11e afd, sie A, nr 433b en voor de gedeeltelijke verbreding van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en de gedeeltelijke verplaatsing en verbreding van voetweg nr 34 in 9400 Aspelare.
De zaak van de wegen die bestaat uit de gedeeltelijke verbreding van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en de gedeeltelijke verplaatsing en verbreding van voetweg nr 34 in 9400 Aspelare zoals opgenomen in bijgesloten rooilijnplan Halfstraat, opgemaakt door landmeter - expert Willy De Rouck en onder bestandsnaam 5863V Rooilijnplan.1.pdf opgeladen in de omgevingsvergunningsaanvraag in het omgevingsloket, wordt goedgekeurd.