Terug
Gepubliceerd op 13/06/2025

2025_GR_00231 - Omgeving - omv 2024162535 - verkavelen grond voor negen vrijstaande woningen en vaststellen nieuwe rooilijn Halfstraat en voetweg 34 in Aspelare - kennisneming van het openbaar onderzoek en beslissen over de zaak van de wegen - O/2024/469 - goedkeuring

Gemeenteraad
ma 23/06/2025 - 19:30 Gemeenteraadszaal
2025_GR_00231 - Omgeving - omv 2024162535 - verkavelen grond voor negen vrijstaande woningen en vaststellen nieuwe rooilijn Halfstraat en voetweg 34 in Aspelare - kennisneming van het openbaar onderzoek en beslissen over de zaak van de wegen - O/2024/469 - goedkeuring 2025_GR_00231 - Omgeving - omv 2024162535 - verkavelen grond voor negen vrijstaande woningen en vaststellen nieuwe rooilijn Halfstraat en voetweg 34 in Aspelare - kennisneming van het openbaar onderzoek en beslissen over de zaak van de wegen - O/2024/469 - goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

IMMO-INVEST en Willy De Rouck, Hooglareweg 31 in 9450 Haaltert hebben op 12 december 2024 bij de stad een omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummers OM_2024162535 en O/2024/469 ingediend voor het verkavelen van een perceel voor negen vrijstaande woningen, gelegen in de Halfstraat zn, kadastraal gekend als 11e afd, sie A, nr 433b. Bij deze aanvraag tot verkavelen wordt ook een gedeeltelijke verplaatsing van de rooilijn ter hoogte van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en een gedeeltelijke verbreding en verplaatsing van voetweg nr 34 in Aspelare aangevraagd.

Argumentatie

De wijziging van de rooilijn van de Halfstraat is nodig om een breder wegprofiel te voorzien en de verbreding van de voetweg is nodig om een gebruiksvriendelijke fietsverbinding in te richten. De nieuwe rooilijn is opgenomen in het rooilijnplan opgemaakt door landmeter-expert Willy De Rouck, en bijgesloten bij voornoemde omgevingsvergunningsaanvraag. 

Vooraleer een vergunning kan overwogen worden moet de gemeenteraad beslissen over de vaststelling van de nieuwe rooilijn. Naast de reguliere procedure om een rooilijn vast te stellen voorziet het omgevingsrecht en het gemeentewegendecreet een geïntegreerde procedure om een rooilijn vast te stellen. Voorliggende beslissing omvat de geïntegreerde procedure tot vaststelling van de rooilijn zoals opgenomen in bijgesloten rooilijnplan Halfstraat  onder bestandsnaam 5863V Rooilijnplan.1.pdf opgeladen in de omgevingsvergunningsaanvraag in het omgevingsloket.

De vaststelling van de rooilijn is een zaak van de wegen waarover de gemeenteraad bevoegdheid heeft. In voorliggende beslissing wordt enkel de zaak van de wegen behandeld en niet de stedenbouwkundige handelingen van de betrokken omgevingsvergunningsaanvraag.

De stad heeft een openbaar onderzoek georganiseerd dat liep van 14 maart  2025 tot 12 april 2025. Tijdens het openbaar onderzoek werden 10 bezwaren ingediend met volgende argumenten:

  1. Er is een ongunstige impact op het verkeer. In het begin van de Halfstraat moeten de voertuigen blijven staan om elkaar door te laten. Wij laten momenteel toe dat de mensen over onze parking rijden maar als ons kinderen hier zijn, staat deze ook al vol met 4 auto's en moet iedereen zich een plaatsje zoeken op de opritten van de andere bewoners in het begin van de Halfstraat. Het is hier nu al druk met 15 huizen doordat al de gezinnen 2 auto's hebben en de kinderen daarvan ook rijden met een auto, kleinkinderen komen afzetten en ophalen, bezoek.... Daar moeten dan nog eens landbouwvoertuigen tussen, vuilniswagens, leveringen, firma's die werken komen uitvoeren en zoveel meer. De straat van ongeveer 3m breed is te smal voor kruisende wagens.
  2. Wij zouden graag hebben dat de voetweg ook een voetweg blijft en niet dat we binnen een jaar moeten wegspringen voor al de bromfietsen die ook langs daar zullen rijden eens de weg breder is. 
  3. Wij maken  ons zorgen om schade aan ons privatief domein. Wij hebben in 2021 ons huis onder de voorwaarde sloop-en heropbouw gezet. Hier hebben we rekening gehouden met de functionele inpasbaarheid en hebben we met deze reden de inplanting van onze nieuwe woning gepositioneerd op de locatie van de bestaande woning. Dit maakt dat wij dichter op de rooilijn hebben gebouwd, ten opzichte van onze buren in de straat. Volgens het huidige inplantingsplan van de aangevraagde verkaveling, bedraagt de afstand tussen onze gevel en de gevel van LOT 3 een afstand van ongeveer 12 meter (het uiterste minimum). Wij hebben 4 jaar geleden van de dienst mobiliteit de restricties opgelegd gekregen om een maximale toegangsbreedte tot de straat van 4,5m te hanteren. We gaan ervan uit dat dit voor de verkavelingen ook geldt. Rekening houdend met de draaias van een wagen, zijn wij bezorgd dat ons privaat domein op deze manier in een gevaar komt. Ons huis en LOT 3 staan loodrecht tegenover elkaar en wij zijn bang voor aanrijdingen.
  4. Er is een ongunstige impact op het landelijke wonen. Nu zie je nog overal groen maar eens al die huizen er staan zal al het landelijke verdwijnen. Wij horen nu nog de vogeltjes fluiten maar als de Halfstraat volledig komt vol te staan met huizen zullen ook deze weg blijven. Ook onze buren die nu leven te midden van al het groen krijgen nu huizen met mensen die de ganse dag bij hen kunnen binnen kijken. Als de huizen wat meer naar achter komen, zou dit zowel voor de nieuwe buren als het koppel die er nu woont veel aangenamer zijn. De wagens op de opritten van slechts 6 m diep zullen het bestaande landelijke straatbeeld negatief beïnvloeden.
  5. Wij hebben het meest recent gebouwd (2021). In aanloop naar het indienen van onze vergunningsaanvraag hebben wij een afspraak gemaakt met de dienst stedenbouw van de stad Ninove. Toen werd ons mondeling meegedeeld dat er in dit woongebied slechts 1 vrijstaande eengezinswoning mag gebouwd worden per 5 are. Lot 6 tot en met 9, hebben slechts een perceeloppervlakte van 4a 50 of minder. Komt dit tegemoet aan de gemeentelijke voorschriften van woongebied met landelijk karakter? Of werd dit door de indiener van de verkavelingsaanvraag momenteel over het hoofd gezien, waardoor de verkavelingsaanvraag niet voldoet aan de geldende regelgeving van de Stad Ninove.
  6. De bouwlijn op het voorgestelde plan wijkt af met de bouwlijn van de huizen Halfstraat nr 4, 6 en 8. De andere woningen van de Halfstraat worden ook dieper ingeplant. De nieuwe woningen staan anders ingeplant dan deze in de straat. ls het wettelijk in orde de bestaande bouwlijn te negeren? 
  7. Is er een volgende fase met perceel nummer 10 en aangesloten perceel A432 C voorzien met een extra aanvraag? Hoeveel huizen gaan er dan nog bijkomen? Zo komen we binnen een jaar of 2 aan een gesloten woonwijk uit waar het de drukste straat van Aspelare zal worden met het gevaar als je buiten komt je moet wegspringen voor een auto. Zou het niet aan te raden zijn om eens samen rond de tafel te zitten met Immo-lnvest De Rouck Willy en de buren zodat er eens naar iedereen kan geluisterd worden om te zien wat wel en niet haalbaar is hoe het nog voor iedereen leefbaar blijft zonder dat de buren de strijd moeten aangaan.
  8. De privacy wordt geschonden. Ondanks de wettelijke minimumafstanden die werden gerespecteerd in de aanvraag, is dit in ons geval (uitzonderlijk huis t.o.v. rooilijn) toch heel erg dicht bij. Aangezien wij raampartijen hebben verwerkt in onze gevel (opnieuw om het landelijke gebied zo optimaal mogelijk binnen te trekken in onze woning), zullen onze nieuwe buren (van LOT 3) zonder moeite kunnen binnenkijken in ons huis. Met andere woorden, de reden waarom wij voor deze prachtige landelijke ligging hebben gekozen destijds, gaat naar ons aanvoelen, volledig verloren door de inplanting van de woningen binnen de verkaveling.
  9. De verkaveling is in strijd met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) 
    1. Zo wordt in het onderdeel 2.1 Ruimtelijk concept p.180 beschreven dat onderstaande uitgangspunten de maatstaf zouden moeten zijn binnen de noordelijke open agrarische ruimte waar de verkaveling in voorzien wordt:
      • Het handhaven (niet uitbreiden) van het aantal bouwconcentraties 
      • Het versterken van beekvalleien als drager van ecologische infrastructuur
      • Volgens de kaart (zie bijlage 5) die hoort bij de tekst van het GRS, meer specifiek de kaart die de gewenste landschappelijke structuur weergeeft, behoort de huidige weide tot de Beverbeekvallei en draagt deze zeker bij tot de ecologische infrastructuur van de Molenbeek en zijn directe omgeving. Bijgevolg vinden wij het ongehoord dat jullie als lokale overheid de verkaveling van het perceel toestaan en hiermee dus ingaan tegen doelen die destijds werden opgemaakt en op heden nog niet werden aangepast, en dus nog van kracht zijn.
    2. Onder 2.2 Gewenste ruimtelijke structuur voor het noordelijk open agrarische ruimte p.181 wordt het volgende beschreven: Het gebied 'Beverbeek - Molenbeek' is een prioritaire zone voor natuurontwikkeling. Belangrijkst aandachtspunt is hier de continuïteit van de beekloop en de aangrenzende natuurwaarden. Dit geldt ook voor de ruimte waar deze beek het stedelijk gebied binnendringt en verder stroomafwaarts dit afbakent. Daarnaast wordt het gebied ook door structurerende beekvalleien dooraderd. Deze drogen bij tot de leesbaarheid van het landschap en zorgen voor groene natuurlijke verbindingen. Om deze functies te behouden worden zij van bebouwing gevrijwaard en waar nodig in de publieke ruimte visueel benadrukt. Het verkavelen/bebouwen van een weide gelegen in het gebied Beverbeek - Molenbeek draagt niet bij tot de hierboven vooropgestelde doelen. 
    3. ln punt 2.3.2 Beverbeekvallei - groen lint tot aan de stad wordt het volgende geschreven op p.I82: Door hun waardevolle tot zeer waardevolle structuurkenmerken hebben de Beverbeek en de Kobbeek grote potenties voor natuurontwikkeling, Voorwaarde is wel dat inspanningen worden geleverd om de waterkwaliteit te verbeteren. Er wordt, indien nodig in overleg met de hogere overheden, gewerkt aan het herstel van natuurlijke oevers, aan de aanpak van lozingen van huishoudelijk afvalwater. Ondanks het feit dat er in de vergunningsvoorwaarden beschreven staat dat de woning zullen moeten voorzien worden van een IBA zal de overstort van deze onvermijdelijk geloosd worden in de Molenbeek (zuivering van IBA is niet te vergelijken met zuivering door waterzuiveringsstation). Dit aangezien de Halfstraat momenteel niet voorzien is van openbare riolering die het geproduceerde afvalwater afvoert naar een waterzuiveringsstation. Er zal dus onvermijdelijk een impact zijn op de Molenbeek en de hiermee samenhangende ecologie in de directe omgeving. Het project valt onder bijlage lll artikel 1Ob. (stadsontwikkeling) van het MERdecreet en het is dus verplicht dat er een MER screeningsnota wordt opgemaakt en deze is momenteel niet raadpleegbaar in de vergunningsaanvraag. Deze zou publiek moeten zijn tijdens de periode van het openbaar onderzoek.
    4. Op pagina 183 onder punt 2.4 Acties en maatregels (ten behoeve van in stand houding van BeverbeekvaIlei) vonden wij onderstaa nde suggesties: 
      • het behoud van de grote eenheden natuur in Beverbeekvallei
      • het prioritair vrijwaren van ruimte voor grondgebonden beroepslandbouw ín de aaneengesloten landbouwgebieden en de kleine open landbouwgebieden Deze suggesties van de Vlaamse overheid worden te niet gedaan door het verlenen van een vergunning voor de betreffende verkaveling. 
    5. Te lezen op pagina 198 onder rubriek 2.1.2 Buitengebied, behoort Aspelare tot één van de kernen in buitengebied, net zoals de andere deelgemeenten Pollare en Voorde. ln het GRS staat het volgende beschreven voor hedendaagse samenhangende kernen; ontwikkelingen die zorgen voor bijkomende druk (zowel ruimtelijk ols functioneel) op deze kernen, zijn niet gewenst. Het verlenen van de vergunning is opnieuw in strijd met bovenstaand beschreven onderdeel.
    6. Op pagina 244 is er te lezen dat de Dendervollei en de structuurbepalende vallei van de Beverbeek van bovenlokaal belang zijn en structuurbepalend zijn voor het Ninoofse landschap. Eén van de zaken die bijdraagt tot de in stand houding hiervan, is door voldoende aandacht te schenken aan de openheid van deze. Eén van de maatregels die kan getroffen worden om deze openheid maximaal te bewaren wordt als volgt beschreven Daarnaast is de bescherming van de structuurbepalende elementen in de vallei noodzakelijk: meandering, oevervegetaties en valleibosjes, vochtige ruigten en graslanden, bron- en kwelzones. Open ruimte bestemmingen in valleigebieden zullen niet worden omgezet naar harde bestemmingen en inplantíng van sport- of recreatievoorzieningen wordt vermeden. Door als lokale overheid een vergunning te verlenen voor het verkavelen van het perceel wordt opnieuw volledig in gegaan tegen de doelen die werden gesteld in het GRS.

Enkel de eerste drie argumenten over de zaak van de wegen worden behandeld in voorliggende beslissing. De overige argumenten over de stedenbouwkundige handelingen worden verder behandeld in de uiteindelijke beslissing over de vergunningsaanvraag. 

De dienst openbare werken en mobiliteit formuleren volgende repliek op de eerste twee argumenten:

  1. In de huidige toestand is de Halfstraat een smalle straat. Zonder voorliggende verkaveling was er geen verbreding van de straat voorzien. Er wordt in de aanvraag een nieuwe rooilijn voorzien initieel voor de aanleg van een gelijkgrondse kantstrook en voetpad ten laste van de verkavelaar. Binnen de geïntegreerde omgevingsvergunningsprocedure wordt in de zaak van de wegen enkel de rooilijn goedgekeurd door de gemeenteraad. De exacte invulling van de rooilijn zal nav de bezwaren nog verder onderzocht worden en voorgelegd worden aan de verkeerscommissie. 
  2. De verbreding van de voetweg werd voorzien om meer comfort te bieden aan voetgangers en fietsers. Er kan signalisatie aangebracht worden om gemotoriseerd verkeer te verbieden. 
  3. Ook voor de verkaveling geldt dat de opritten niet breder dan 4,5m per lot mogen voorzien worden. Er is voldoende ruimte op het eigen terrein en het openbaar domein om de draaibewegingen uit te voeren.

De dienst openbare werken heeft de zaak van de wegen afgetoetst aan de doelstellingen en principes van het gemeentewegendecreet en verleent gunstig advies:

  • De advisering vereist een toetsing aan de criteria van artikel 3 (doelstellingen) van het gemeentewegendecreet
    1. De uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau wordt in acht genomen.
    2. De herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak wordt niet geschonden.
  • De advisering vereist een toetsing aan de criteria van artikel 4 (principes) van het gemeentewegendecreet:
    1. Het algemeen belang wordt niet geschonden; Het betreft een uitbreiding van de openbare ruimte. Er verdwijnt geen functionele verbinding.
    2. De wijziging van de rooilijn van de gemeenteweg is nodig om een breder wegprofiel te voorzien en het administratief verplaatsen van voetweg nr. 34 mogelijk te maken.
    3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen wordt in acht genomen.
    4. De gemeenteweg heeft geen gemeentegrensoverschrijdend karakter.
    5. De actuele functie van de gemeenteweg wordt behouden. De behoeften van de toekomstige generaties
    worden gevrijwaard. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
    Bijgevolg is het aangewezen om de zaak van de wegen en dus de gedeeltelijke verbreding van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en de gedeeltelijke verplaatsing en verbreding van voetweg nr 34 in Aspelare, goed te keuren.

Juridische grond

Het decreet van 18 mei 1999 over de organisatie van de ruimtelijke ordening.  

Het omgevingsdecreet van 25 april 2014, in bijzonder de artikels 31 en 31/1 die het volgende bepalen:  

“Artikel 31. (01/09/2019- ...)

§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.

Artikel 31/1. (01/09/2019- ...)

§ 1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad. Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. 

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde. De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;
3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.”

Het gemeentewegendecreet van 3 mei 2019, in bijzonder artikel 3, 4 en 12§2 over de doelstellingen van het decreet en de opname van de aanleg van een gemeenteweg in de omgevingsvergunning:

“Artikel 3.(01/09/2019- ...)

Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.

Artikel 4. (01/09/2019- ...)

Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Artikel 12. (01/09/2019- ...)

§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
 De mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of op een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.”

 Het omgevingsbesluit van 27 november 2015, in bijzonder artikel 47 (23/02/2017-…) dat het volgend bepaalt: 

“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 41 §1 9° van het decreet lokaal bestuur
Artikel 41 §1 9° van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: beslissingen die een wet, een decreet of een uitvoeringsbesluit uitdrukkelijk aan de gemeenteraad voorbehoudt

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van de 10 bezwaren die werden ingediend tijdens het  openbaar onderzoek voor de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummers OMV_2024162535 en O/2024/469 ingediend door IMMO-INVEST en Willy De Rouck, Hooglareweg 31 in 9450 Haaltert voor het verkavelen van een perceel voor negen vrijstaande woningen, gelegen in de Halfstraat zn, kadastraal gekend als 11e afd, sie A, nr 433b en voor de gedeeltelijke verbreding van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en de gedeeltelijke verplaatsing en verbreding van voetweg nr 34 in 9400 Aspelare. 

Artikel 2

De zaak van de wegen die bestaat uit de gedeeltelijke verbreding van de Halfstraat (buurtweg nr 13) en de gedeeltelijke verplaatsing en verbreding van voetweg nr 34 in 9400 Aspelare zoals opgenomen in bijgesloten rooilijnplan Halfstraat, opgemaakt door landmeter - expert Willy De Rouck en onder bestandsnaam 5863V Rooilijnplan.1.pdf opgeladen in de omgevingsvergunningsaanvraag in het omgevingsloket, wordt goedgekeurd.